Psychische factoren

Klachten kunnen verergeren door psychische factoren. Angst om te bewegen, depressie en hypochondrie. Het zijn een paar voorbeelden van psychische factoren die orthopedische klachten in het dagelijks leven beïnvloeden. Dat concludeerde Dr. Arjan Bot eind vorig jaar in zijn promotieonderzoek naar problemen aan de arm. Om te bepalen hoeveel last iemand heeft van problemen aan bijvoorbeeld zijn schouder, volstond vroeger een meting van de beperking. Tot hoeveel graden kan de patiënt zijn arm nog draaien? Tegenwoordig is er een duidelijke verschuiving te zien: niet alleen de draaicirkel, maar vooral ook de ervaring van de patiënt is van belang voor de behandeling. Hoeveel last heeft hij of zij in het dagelijks leven? Arjan Bot wilde weten welke factoren bepalen of iemand veel of weinig klachten ervaart.

“In de geneeskundige opleiding is naar mijn idee nog te weinig aandacht voor de invloed van psychische factoren op klachten in de orthopedie. Ook in onderzoek is dit nog onderbelicht.” Arjan richtte zich in zijn onderzoek op problemen in de arm. “De arm heeft heel veel functies in het dagelijks leven. Je kamt je haar, eet, doet de deur open en ondersteunt jezelf bij het opstaan. Een beperking aan de arm betekent meteen een beperking bij allerlei dingen die je meerdere keren per dag doet.”

Natuurlijke reactie

Hoe je omgaat met klachten bepaalt deels hoe erg de klachten zijn, zo blijkt. Anders gezegd: hoe meer klachten iemand ervaart, hoe meer psychische factoren er mogelijk in het spel zijn. Een simpel voorbeeld is de angst voor bewegen. Arjan: “Je hebt pijn, dus je denkt: ik moet mijn arm stilhouden. De arts heeft wel gezegd dat je vooral moet bewegen, maar de pijn houdt je tegen. Dat noem je een misinterpretatie. Het is een natuurlijke reactie, maar niet handig voor je herstel. De klachten kunnen daardoor verergeren of blijvend zijn.” Volgens Arjan kunnen alle zorgverleners een belangrijke rol spelen bij een gezonde omgang met klachten, met name ook verzorgenden in de thuiszorg. “Je komt vaak bij mensen over de vloer, dus je zietwat er van dag tot dag verandert. Dat biedt mooie kansen voor coaching”, zegt hij.

Stimuleren

Coaching is meer dan alleen zeggen dat iemand zijn oefeningen moet doen. Volgens Arjan gaat het erom het de cliënt comfortabel te maken, zodat hij of zij met meer vertrouwen het herstelproces aangaat. “Zorg om te beginnen dat je heel goed op de hoogte bent van de adviezen die de arts heeft gegeven. Moet iemand juist wel of juist niet bewegen? Welke oefeningen zijn aangeraden? Vervolgens is het zaak vragen te stellen en naar de cliënt te luisteren: hoe is het met de pijn vandaag? Heeft u uw oefeningen gedaan? Realiseer je dat de meeste cliënten niet eerder dit soort klachten hebben gehad. Voor hen is het dus heel moeilijk om te geloven dat ze soms door de pijn heen moeten bewegen. Als zorgverlener heb je dit al vaker gezien en weet je dat het werkt. Leg de cliënt uit wat een misinterpretatie is, dat de pijn geen teken is om niet te bewegen.”