Minder bijwerkingen als medicatie op DNA wordt afgestemd

Tegenwoordig kan de dosering van medicatie afgestemd worden op het DNA van de patiënt. Door deze persoonlijke aanpak hebben patiënten tot 30% minder last van ernstige bijwerkingen. Dat meldt een team van internationale onderzoekers, onder leiding van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Dit is de eerste studie wereldwijd die laat zien dat het voorschrijven van medicijnen op basis van het DNA-profiel van een patiënt in de praktijk werkt.

De one-size-fits-all-strategie voor het voorschrijven van medicatie is achterhaald. Patiënten reageren namelijk allemaal anders op eenzelfde medicijn. De variatie in onze genetische informatie speelt hierin een belangrijke rol. De ene patiënt verwerkt bijvoorbeeld een medicijn sneller dan de ander, en heeft dus een hogere dosis nodig om hetzelfde effect te bereiken. Een persoonlijke aanpak is dus gewenst. Onderzoekers hebben daarom een DNA-medicatiepas ontwikkeld die het DNA-profiel van een patiënt koppelt aan medicijnen waarvan de verwerking wordt beïnvloed door het DNA. Door het scannen van deze pas weten artsen en apothekers precies wat de optimale dosis is voor de patiënt in kwestie.

Patiënten die deze medicatiepas actief gebruiken, en waarvan de dosering dus wordt afgesteld op hun DNA, 30% minder ernstige bijwerkingen melden dan patiënten die de standaarddosis krijgen voorgeschreven. In totaal deden er bijna 7000 patiënten uit 7 Europese landen mee aan het onderzoek. De patiënten waren verspreid over meerdere specialismen, waaronder de oncologie, cardiologie en psychiatrie, maar bijvoorbeeld ook de huisartsgeneeskunde. Ze hadden allemaal gemeen dat ze startten met een medicijn waarvan de verwerking wordt beïnvloed door onze genen.

Eerst werd van elke patiënt het DNA in kaart gebracht. De onderzoekers keken specifiek naar 12 genen. Samen hebben de 50 verschillende varianten in deze genen invloed op de werking van 39 medicijnen. Tot twaalf weken na de start zocht een verpleegkundig specialist contact met de patiënten om te vragen naar hun bijwerkingen. Denk hierbij aan diarree, bloedarmoede, zenuwpijn of verlies van smaak.

Patiënten met de DNA-medicatiepas hadden niet alleen minder last van bijwerkingen, ze waren ook erg blij met de pas zelf. Het geeft hen volgens de onderzoekers meer regie, zij zijn namelijk zelf actief betrokken bij hun eigen behandeling.

De volgende stap is om de DNA-medicatiepas in de praktijk toe te passen. Er zijn ook nog veel vragen onbeantwoord bij het uitdenken van deze vervolgstappen. Moet deze pas vergoed worden?  En onderdeel uit moeten maken van de standaardzorg? Volgens een aantal onderzoekers ligt de basis daarvoor er wel.

Bron: LUMC