wachtlijsten huisartsenzorg nemen nog steeds toe

Meer gezondheidscentra nodig om wachtlijsten huisartsenzorg weg te werken

De wachtlijsten in de huisartsenzorg nemen nog steeds toe, schrijft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de recent verschenen zorgmonitor ‘Toegankelijkheid van zorg’. Het aantal Nederlanders dat om zorgbemiddeling voor een huisarts vraagt is vorig jaar met ongeveer 7 procent gestegen. Ook is het aantal consulten en visites in januari 2024 hoger dan een jaar geleden.

Door de vergrijzing, de steeds toenemende vraag naar zorg en het tekort aan personeel zullen we de zorg anders moeten organiseren. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) geeft daarin richting. De juiste zorg op de juiste plek betekent ook dat er een groter beroep zal worden gedaan op de eerstelijnszorg. Zeker als de ziekenhuizen de chronische zorg steeds meer gaan verplaatsen naar de eerstelijnszorg. Dan zijn voldoende eerstelijns gezondheidscentra onontbeerlijk. Werken als praktijkhoudende huisarts in je ééntje is ook niet meer de wens van de jonge afgestudeerde huisarts.

Het Nivel heeft onderzocht dat 17 procent van de huisartsenzorg in ketens is georganiseerd. Daarvan heeft 67 procent de besloten vennootschap (B.V.) als rechtsvorm. De discussie spitst zich nu toe op het al dan niet kunnen uitkeren van winst aan aandeelhouders. BV’s kunnen dat, stichtingen niet, die hebben geen aandeelhouders. Dat de discussie hierover gaat is begrijpelijk. Daar moeten we het ook met elkaar over hebben. Deze discussie mag alleen niet ten koste gaan van de nu noodzakelijke uitvoering van de transitieplannen die binnen het IZA zijn afgesproken. De vraag is hoe we op een duurzame manier de huisartsenzorg efficiënt gaan inrichten, zodat de wachtlijsten verdwijnen en iedereen snel toegang heeft tot goede eerstelijnszorg. Meer efficiënt georganiseerde eerstelijns gezondheidscentra zijn dan zeker nodig.