Na een hartinfarct is het voor patiënten erg lastig om gezonder te gaan leven. Dit blijkt uit onderzoek van Marjolein Snaterse, docentonderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. Zij onderzocht 824 patiënten en keek of zij na een jaar nog gezonder leefden. Dit deed ze door een conditietest af te nemen, het bmi te bepalen en te controleren of er nicotine in het bloed zat.
De belangrijkste risicofactor van een hartinfarct is roken. Hierbij is het infarct zelf de grootste motivatie om te stoppen. De helft van de rokers stopt meteen na het infarct op eigen kracht. De andere helft rookt na een jaar nog steeds, ook al hebben zij meegedaan met een stoppen-met-roken-programma.
Longarts Wanda de Kanter vindt dit niet gek. ‘Dat 50 procent stopt na een infarct vind ik al ongelooflijk hoog. Roken zit als verslaving in de hoek van de cocaïne en heroïne. Het geeft een heel snelle kick, binnen 7 seconden voel je je weer prettig.’ Daarom is het voor de meeste mensen erg lastig om ermee te stoppen. Zelfs één op één-begeleiding zorgt ervoor dat slechts 30 procent van de rokers stopt. Toch zijn er meer inzichten verkregen door het proefschrift van Marjolein Snaterse.
Wanneer iemand op het randje van de dood heeft gebalanceerd is het een stuk makkelijker om te stoppen. Daarom is het voor cardiologen belangrijk om stoppen met roken altijd te bespreken met patiënten. Dit kan ervoor zorgen dat het percentage van mensen dat na een hartinfarct stopt, hoger wordt.
Bron: Volkskrant
