Stomazorg

In het Vakblad Thuiszorg geeft Gerrie Rietjens, een van de twee stomaverpleegkundigen van Groene Kruis Thuiszorg, handvatten voor stomazorg. Het verschilt per organisatie welke onderdelen van de stomazorg voor de rekening komen van verpleegkundig specialisten en welke voor verzorgenden. Mag je stomazorg doen? Of juist niet en wil je weten bij wie je terecht kan voor goed advies? Lees dan verder!

Wat kunnen de gevolgen zijn als de specialist te laat wordt ingeschakeld?

De gevolgen kunnen heel vervelend zijn. Bij lekkages kan bijvoorbeeld de huid kapot gaan. Met name bij mensen met een dunne darmstoma of een urinestoma is dat het geval. De ontlasting is dan heel zuur en kan direct de huid aantasten. Daarbij komt dat lekkages en de angst daarvoor effect hebben op de dagelijkse activiteiten van de cliënt. Mensen durven bijvoorbeeld niet meer op pad te gaan of onder de mensen te komen. Ze zijn bang dat het misgaat en dat anderen hen ruiken. Ook dat is een reden om problemen snel en vaardig op te lossen.

Wat moet je doen bij een lekkage?

Vaak plakken verzorgenden simpelweg een nieuw zakje. Als dan weer een lekkage ontstaat, doen ze hetzelfde. Of ze proberen een ander materiaal, dat bij een andere cliënt wel werkte. Helaas zegt de oplossing van het ene probleem niets over die van het andere. Je kunt ook niet zomaar gaan uitproberen, je moet weten wat je doet.

“Elk probleem moet je op zichzelf bekijken, zodat je een passende oplossing vindt. Dat is de kunst van goede stomazorg.” – Gerrie Rietjens

Een oorzaak van een lekkage kan bijvoorbeeld zijn dat de stoma in een huidplooi ligt, maar bij liggende verzorging zie je dat niet altijd. Gevolg: de plak en het zakje lijken perfect te zitten, maar als iemand gaat zitten, zie je de oorzaak van het probleem. De plooi kun je behandelen met een hulpmiddel, zoals pasta of een wigwiel.

Hoe maak je een stoma schoon?

Je mag een stoma alleen met gazen en lauw water schoonmaken. Gerommel met zalven en het smeren van bijvoorbeeld Sudocreme op de stoma, dat moet echt niet. Je kunt wel een barrièrezalf gebruiken als de huid rood is. Als de huid ook nat is, gebruik je poeder die geschikt is voor gebruik rondom een stoma, bijvoorbeeld orahesive poeder. Als je zo’n poeder op een droge huid gebruikt, zal de plak waarschijnlijk niet blijven zitten. Dat moet je dus ook niet doen, want de kans dat je lekkages krijgt is aanwezig. En heel belangrijk: zalven en poeders gebruik je in de stomazorg alleen op indicatie.

Wat zijn de belangrijkste signalen die je als verzorgende en verpleegkundige moet oppikken bij het verzorgen van een stomadrager?

Als de stoma er niet goed uitziet, moet je dit signaleren. Is de huid rood, stuk of jeukerig, laat er dan een specialist naar kijken. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een allergie of een schimmel. Ook kan er een stomabreuk optreden, een parastomale hernia genoemd. Er ontstaat dan een breuk rondom de stoma. Verder kan een stoma zich terugtrekken, dat heet een verzonken stoma of een flush. Dit kan een aantal oorzaken hebben, bijvoorbeeld een snel toenemend lichaamsgewicht.

Speelt voeding ook een rol?

Jazeker. Mensen met een dunne darmstoma moeten veel drinken, wel zo’n 2,5 liter per dag. Omdat hun ontlasting dun is, verliezen zij veel vocht. Drinken zij te weinig en krijgen ze te weinig zout binnen, dan kunnen ze uitdrogingsverschijnselen krijgen, zoals moeheid, duizelingen of ze zijn prikkelbaar. Kijk bij dat soort klachten dus altijd naar de vochtinname. Verstopping is ook een risico, vooral bij deze groep. Champignons verteren slecht, mensen met een dunne darmstoma hebben daar vaak last van. Ook asperges kunnen verstopping veroorzaken. Symptomen van verstopping kunnen zijn: minder of geen ontlasting, een vol gevoel, minder eetlust, misselijk en een harde buik.

Heeft het gebruik van medicijnen invloed?

Dat kan. Veel medicijnen worden of aan het begin of aan het eind van de dunne darm opgenomen. Bij mensen met een dunne darmstoma kan het dus zijn dat bepaalde medicijnen niet voldoende werken. De huisarts of de apotheker kan hierover adviseren. Verder kan een morfinepreparaat bij mensen tot verstopping leiden. Dit kun je proberen te voorkomen met laxantia. Merk je dat een cliënt die morfine krijgt te weinig ontlasting produceert, meld dit dan bij de arts.

Wat moet je doen als je te weinig weet over stomazorg?

Kennis en ervaring zijn goud waard als het gaat om stomazorg. Daarom zouden alle organisaties moeten investeren in hun werknemers. Ook kunnen verzorgenden zelf de verantwoordelijkheid nemen. Je moet weten waar je eigen kennis ophoudt en je werkgever daarop wijzen. Vraag om bijscholing en zorg dat de kennis ingebed raakt in de organisatie.

Wil je meer weten over leven met een stoma? Kijk dan op www.stomavereniging.nl