Pijnsignalen bij ouderen herkennen

Ouderen hebben vaak meerdere ziekten of aandoeningen tegelijk. Chronische pijn is dan ook een zeer veelvoorkomend probleem bij deze kwetsbare groep. Bijna zeventig procent van de verpleeghuisbewoners kampt met (chronische) pijn blijkt uit onderzoek.

Deze pijn beperkt het functioneren en kan lichamelijke gevolgen hebben zoals moeilijk bewegen of eerder vallen. Hierdoor kunnen deze ouderen steeds minder zelf, nemen zij minder deel aan het dagelijks leven en hebben ze minder contact met anderen. Dit leidt onder andere tot vereenzaming en cognitieve achteruitgang, wat bijvoorbeeld angst, depressie, boosheid en slaapstoornissen in de hand werkt.

Uit onderzoek blijkt dat herkenning en behandeling van pijn bij ouderen onvoldoende plaatsvindt. Met de richtlijn ‘Herkenning en behandeling van chronische pijn bij kwetsbare ouderen’ hoopt de vereniging van specialisten in ouderengeneeskunde (Verenso) hier iets aan te doen.

Wat kun je als verzorgende doen?
› Ouderen stimuleren om te praten over hun pijn.
› Maak gebruik van de pijnlijst van jouw organisatie en wees alert op het herkennen van pijn.
› Probeer voor afleiding te zorgen.
› Zoek naar lig- en zitposities waarin de pijn vermindert.
› Zorg dat de cliënt op tijd de juiste voorgeschreven medicatie krijgt toegediend.
› Houd het effect en de bijwerkingen van eventuele medicatie en behandeling in de gaten.
› Waarschuw bij ernstige bijwerkingen direct een arts.
› Je kunt je laten bijscholen over pijn bij ouderen en daarmee zorgen dat cliënten een snellere en betere behandeling tegen pijn krijgen.

Belangrijk om te weten is ook dat gevoelens over de ziekte of situatie lichamelijke klachten en pijn kunnen versterken. Andersom kan pijn verminderen als het lukt angst en spanning weg te nemen.

Wat blijkt is dat veel ouderen niet uit zichzelf vertellen dat ze pijn hebben. Soms gebruiken ze vage termen als ‘ongemak’ of ‘een onprettig gevoel’ waardoor de boodschap niet overkomt. Ook zijn er ouderen die door dementie of een beroerte niet meer (goed) kunnen praten. In deze gevallen is het extra belangrijk alert te zijn op signalen van pijn.

De volgende symptomen kunnen op pijn wijzen:
› Abnormaal voorzichtig of langzaam bewegen bij veranderen van houding, moeilijk opstaan.
› Zuchten of kreunen, grimassen, fronsen.
› Pijnlijke plek vasthouden of beschermen.
› Gespannen/verdrietig gezicht, van streek zijn, depressie, teruggetrokken of angstig gedrag.
› Aan weinig activiteiten deelnemen.
› Slapeloosheid.

Bij ouderen die niet/moeilijk kunnen praten kunnen naast de hierboven genoemde signalen ook nog de volgende signalen op pijn wijzen:
› Gespannen lichaam, friemelen/wrijven.
› Snel hulpmiddelen pakken (wandelstok/rollator).
› Huilen, grommen, gillen (dat betekent niet altijd hevige pijn).
› Uitbarstingen en schreeuwen.
› Verlies van gewicht en/of eetlust.
› Tegenstribbelen, agitatie, onrustig gedrag, sociaal ongepast gedrag en dwalen.

Meer over pijn  staat in het artikel “Oorzaken van pijn – Wat kan eraan gedaan worden?” in de Thuiszorg nummer 1 – 2018. Nog geen lid van het Vakblad Thuiszorg? Meld je nu aan >>

Bron: Richtlijn Pijn Herkenning en behandeling van pijn bij kwetsbare ouderen; uitgave van Verenso, vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters, herziene tekst 2016