Ondervoeding bij ouderen

Minder eten en drinken binnenkrijgen dan je nodig hebt: bij ouderen komt dit vaak voor. De patiënt zelf heeft dit vaak niet door. Het is daarom belangrijk dat verzorgenden en familieleden er alert op zijn! Hier vind je meer over de risicogroepen, de symptomen en oorzaken van ondervoeding bij ouderen.

Dagelijks sterft er een patiënt aan ondervoeding stond in september in het rapport “Ondervoeding onderschat”. En dit zijn dan alleen nog maar de patiënten die komen te overlijden in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Doordat er meer aandacht is in de zorg voor ondervoeding, sterven er wel steeds minder patiënten aan ondervoeding. Ziekenhuizen besparen dan ook veel kosten aan heropnames door tijdig te beginnen met medische voeding.

Volgens gegevens van het voedingscentrum blijkt echter dat de grootste groep die kampt met ondervoeding, de ouderen zijn die zelfstandig wonen. Voor hen is het belangrijk dat hun familieleden en verzorgers op tijd kunnen signaleren wanneer er sprake is van ondervoeding.

Het is vaak al lastig om ervoor te zorgen dat ouderen goede voeding binnenkrijgen. Ze hebben minder eetlust, maar ook minder dorst. Ze grijpen soms sneller naar een stroopwafel als avondmaal dan dat ze uitgebreid voor zichzelf gaan koken. Ook zullen ze niet zo gauw een groot glas water drinken.

Waaraan kun je ondervoeding herkennen?

Heb je twijfels bij een cliënt of hij of zij wel voldoende eet en drinkt? De volgende vragen helpen je om ondervoeding te herkennen of in ieder geval erachter te komen dat dat een oorzaak zou kunnen zijn:

  • Eet je cliënt minder of niet?
  • Is je cliënt lusteloos?
  • Heeft je cliënt het voortdurend koud?
  • Heeft je cliënt een veranderde stoelgang?
  • Heeft je cliënt onbedoeld gewichtsverlies of juist een toename in gewicht?
  • Heeft je cliënt moeite met slapen?
  • Is de huid veranderd: droger of juist vetter geworden?
  • Merk je stemmingswisselingen?

Als je ondervoeding signaleert, moet er snel een huisarts ingeschakeld worden.

Oorzaken ondervoeding bij ouderen

Ondervoeding bij ouderen kan verschillende oorzaken hebben. Sommige zijn meer psychisch van aard en andere lichamelijk.

Lichamelijke oorzaken:

Ouderen kunnen minder eetlust hebben om dat ze problemen hebben met hun gebit. Een voorbeeld is minder goed kunnen kauwen waardoor niet alle voeding ze even goed bevalt als voorheen. Misschien merk je het ook weleens bij het doorslikken van pillen: ouderen vinden het lastig grote brokken door te slikken. Eten wordt ze dan gewoon te vermoeiend.

Vaak worden reuk en smaak minder. Ouderen worden daardoor veel minder in verleiding gebracht om te gaan eten. En daarnaast zitten ze sneller vol, dus is de eetlust in het algemeen een stuk minder.

Psychische oorzaken:
Eenzaamheid bij ouderen kan ook van invloed zijn op het eetpatroon: ze eten meer of juist minder. Hetzelfde geldt voor depressie en bepaalde ziekten.
Kijk voor meer informatie op de website van het voedingscentrum.