Het verzetten van de klok naar zomer- of wintertijd leidt mogelijk tot het krijgen van een beroerte. Deze aanpassing van de tijd heeft invloed op het circadiaan ritme, een biologisch ritme waarvan de cyclus ongeveer een dag duurt.
Finse onderzoekers vergeleken medische gegevens van bijna 15.000 ziekenhuispatiënten tussen 2004 en 2013. Ongeveer 3.000 van hen werden opgenomen in de week na de overgang naar zomer- of wintertijd en ruim 12.000 patiënten die twee weken ervoor of erna werden opgenomen. Hierbij werden de percentages van beroertes tegenover elkaar gezet. Uit het onderzoek blijkt dat het risico in de week na het verzetten van de klok vooral in de eerste twee dagen hoger is. Het percentage dat een ischemische beroerte had – hierbij worden plotselinge neurologische tekorten geproduceerd – lag zelfs 8 procent hoger.
“De wissel naar zomertijd is slechts een uur verschil waar weinig mensen iets van merken. Wanneer je naar het risico op een beroerte op individueel niveau kijkt, zul je weinig zien. Maar wij waren geïnteresseerd in het risico op een grotere schaal en we vonden een significante toename van het risico op een beroerte”, zegt hoofdonderzoeker Jori Ruuskanen. Bepaalde groepen zijn vatbaarder voor tijdsverandering. Bij ex-kankerpatiënten ligt het risico een kwart hoger en bij 65-plussers is de kans 20 procent groter. In andere onderzoeken is al eerder een verband gelegd tussen beroertes, verstoorde slaappatronen en het circadiaan ritme. Maar nog niet eerder is het effect van het verzetten van de klok bekeken.
